Pingoruïne onderzoek door grondboringen. Zo doen ze dat!

door Yvonne
Grondboring onderzoek Pingoruïne

Pingoruïne onderzoek door middel van grondboringen, hoe doen ze dat? Tot nu toe had ik geen idee. Maar voor het Pingoruïne onderzoek in ons land zijn er inmiddels grondboringen gedaan. En daarmee heb ik onze grond van de andere kant bekeken! In deze blog lees je hoe grondboringen voor Pingoruïne onderzoek gedaan wordt en wat de verschillende grondlagen ons vertellen over de oorsprong van onze waterplas.

Grondboring voor Pingoruïne onderzoek

De aanleiding van de grondboringen voor Pingoruïne onderzoek bij ons, is onze nieuwsgierigheid naar de oorsprong van de grote ‘waterplas’ waar we sinds 2020 eigenaar van zijn. Om erachter te komen of onze waterplas een eventuele Pingoruïne uit de ijstijd is heb ik een aantal keren contact gehad met Bart Koops, projectmedewerker bij Landschapsbeheer Groningen.

Op advies van Bart hebben we in de zomer een dieptemeting van de waterplas gedaan. Een Pingoruïne is vaak meer dan 2,5 meterdiep. Maar doordat onze waterplas in de zomer regelmatig droog staat, zit er in de hele plas veel sediment met riet. De baksteen aan het touwtje zakte dan ook niet meer dan een meter naar de bodem.

Met dit teleurstellende resultaat heb ik na de zomer weer contact met Bart Koops opgenomen. Hij stelde voor om door middel van grondboringen verder onderzoek te gaan doen naar de oorsprong van onze waterplas.

Pingoruïne in het Westerkwartier
Onze ‘waterplas’

Grondboring onderzoek pingoruïne, hoe doen ze dat?

Grondboringen voor pingoruïne onderzoek wordt gedaan met, je raadt het vast… een grondboor. Het onderzoek is redelijk eenvoudig. Door met de grondboor handmatig diep in de grond te boren, haal je de verschillende grondlagen naar boven. Door te meten op welke diepte welke grondlaag zich bevindt kom je meer te weten.

De grondboor

De grondboor die Bart gebruikt heeft verschillende verlengstukken zodat je dieper kan boren dan met een gewone grondboor. Door het omhoog halen van de verschillende de lagen en deze op een rij te leggen, zie je wanneer welke bodemlaag begint. En vanuit die samenstelling van de grondlagen kan afgelezen worden of onze waterplas een eventuele Pingoruïne is.

Grondboring naar Pingoruïne door landschapsbeheer
Bart Koops van Landschapsbeheer Groningen
Grondboor voor onderzoek Pingoruïne
Grondboor

Keileem als belangrijke grondlaag

Een grondlaag die je tijdens de boring niet dichtbij de waterplas wilt ontdekken is keileem. Keileem is een wittige grondlaag die vrij hard is. Juist deze laag wordt door de ijslens in de ijstijd opzij gedrukt. De ijslens zorgt er voor dat de grond naar boven komt en dat de onderste lagen, onder andere het keileem, opzij geschoven wordt. En daardoor vind je dicht rondom een pingoruïne geen kleileem.

Keileem aan de oppervlakte

Bij de eerste grondboring, ongeveer 20 meter van de waterplas vandaan, ontdekt Bart op 80 centimeter diepte al keileem. Na deze eerste boring gaat hij 8 meter dichter bij de waterplas boren. En dan blijkt de keileem niet aanwezig te zijn. Bij de boring op meer dan 180 cm komt hij geen keileem tegen. Een groot verschil met de eerste boring. Een hoopvol teken.

Kleileem ontdekt bij grondboring pingoruïne Westerkwartier
De grijs/witte grond is keileem op 80cm diepte
Grondboring onderzoek Pingoruïne
180 cm diepe bodemlagen zonder keileem

Stenen in de grondlaag

Helaas is dit nog geen reden om de waterplas voortaan een Pingoruïne te noemen. Want er zitten tot diep in de bodem stenen. En stenen dicht bij deze mogelijke Pingoruïne betekent niet veel goeds. Door de ijslens worden stenen juist ver weggedrukt. Helaas stuiten we bij elke grondboring op stenen. Zou het dan toch geen Pingoruïne zijn? Bart doet nog eenmaal een grondboring op de rand van de waterplas.

Vreemde bodemlaag ontdekt

En bij deze laatste boring ontdekt hij dat de grond wel een hele vreemde samenstelling heeft. De bovenste laag bestaat uit een hele dikke leem laag. Waarschijnlijk aangebracht tijdens herstelwerkzaamheden in 2004. Doel van dit herstel project was het lekdicht maken van de waterplas. Helaas een mislukte poging want zomers staat hij nog steeds droog…

Hebben we dan geen Pingoruïne gekocht?

Zeggen deze grondboringen en de ontdekte bodemlagen dan dat onze waterplas toch niet één van de Pingoruïnes in het Westerkwartier is? Dit bodemonderzoek laat verschillende voor en tegens zien. Om een definitief antwoord te krijgen neemt Bart een aantal samples van de bodemlagen mee naar huis voor verder onderzoek. Door de grond te drogen kan hij beter de samenstelling onderzoeken. We hopen daarna echt te weten wat de oorsprong van de waterplas is.

Bodemonderzoek Pingoruïne Westerkwartier
Onderste natte grondlaag vlakbij de waterplas.

Belangrijke ontdekking!

Met de grondboringen hebben we wel een belangrijke ontdekking gedaan: de grondlagen hebben in elk geval laten zien dat onze ‘waterplas’ ontstaan is in de ijstijd. En dan blijven er twee opties over: of het is een Pingoruïne of een ‘uitblazingskom ook wel ‘dekzanddepressie’ uit de ijstijd. Samengevat: de waterplas is heel oud en zeker geen vijver die voor de ‘fun’ aangelegd is. Een mooi stukje historie waar we trotse eigenaar van zijn!

De definitieve uitslag

Zodra Bart het bodemonderzoek heeft afgerond, laat hij mij weten wat de uitkomst is dan zet ik dat direct online. Wordt dus vervolgd!

Wil je het begin van onze zoektocht lezen?

Deel 1: https://overyvonne.nl/wat-is-onze-waterplas/

Deel 2: https://overyvonne.nl/pingoruine/

Meer lezen over ‘vroeger’ en het klimaat?

*

Affiliatie links van Bol.com. Meer informatie zie menu disclaimer. 

You may also like

Reageren op deze blog

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.